Gebruik het woordenboek voor Scrabble en Wordfeud
I 9-woorden met I (857)
Door op het woord te klikken, kun je zien welke andere woorden uit deze letters kunnen worden gemaakt
iatrogeen (13)iatrosoof (15)iberische (20)idealisme (15)idealiste (14)idealiter (14)idee-fixe (19)ideeënbus (16)identieke (13)ideologen (14)ideologie (14)idioterie (12)idioticon (15)idiotisme (14)idolatrie (14)idyllisch (29)iepenboom (15)iepenhout (18)iepenlaan (13)iepenloof (16)iepziekte (17)ignorante (13)ignoreert (14)ignoreren (13)ijbokking (20)ijdelheid (19)ijdellijk (22)ijdeltuit (20)ijkgelden (19)ijkijzers (22)ijlbotten (18)ijlkoorts (19)ijsbeerde (17)ijsberend (17)ijsbergen (18)ijsblokje (22)ijsbreker (19)ijselijke (20)ijshockey (29)ijskasten (17)ijskegels (20)ijskelder (19)ijskouder (20)ijskoudst (21)ijspegels (20)ijsschots (23)ijsschuit (25)ijsselham (21)ijsvelden (19)ijsventer (18)ijsvlakte (21)ijsvogels (21)ijswafels (23)ijswinter (19)ijszakken (20)ijszeilen (18)ijveraars (18)ijveraren (17)ijveriger (19)ijverigst (20)ijzerboor (19)ijzererts (19)ijzergaas (19)ijzerhard (21)ijzerhout (23)ijzerkern (19)ijzermaal (20)ijzermijn (21)ijzertjes (21)ijzervijl (24)ijzerwerk (23)ijzerzaag (21)ijzigheid (21)ikzuchtig (27)illegaler (18)illiquide (26)illusoire (18)illustere (19)imaginair (14)imagoloog (17)imbeciele (19)imitaties (14)imitators (15)imiteerde (14)immanente (14)immermeer (17)immigrant (17)immigreer (17)immobilia (17)immoreler (17)imperator (16)imperfect (22)imperiaal (16)imperiale (16)imperiums (20)impliceer (20)impliciet (20)imponeert (15)imponeren (14)important (16)importeer (16)importeur (19)importune (18)importuun (21)imposante (15)impotente (15)impressie (16)impromptu (22)impulsief (22)inactieve (17)inademden (13)inademing (14)inbakerde (15)inbakeren (14)inbedding (15)inbeeldde (15)inbeelden (14)inbelpunt (19)inbijtten (16)inblazing (18)inbliezen (16)inblikken (17)inblikten (16)inboedels (15)inboekten (14)inboetten (13)inboezemt (17)inbouwden (19)inbrandde (14)inbranden (13)inbreiden (13)inbrekers (16)inbrengen (14)inbrenger (15)inbrengst (16)inbreuken (17)inbrokkel (18)inbuiging (18)inburgert (19)inbusbout (21)inbusselt (19)incapabel (19)incarneer (15)incasseer (16)incentive (17)inchecken (22)incivisme (19)inclineer (16)inclusief (22)inclusies (20)incognito (16)incorrect (20)incourant (18)incubatie (19)incubator (20)incunabel (20)indaagden (13)indachtig (20)indamming (16)indampten (15)indecente (15)indeelden (13)inderdaad (13)indertijd (16)indeukten (16)indexatie (18)indexcode (22)indexeert (19)indexeren (18)indexfout (24)indexloon (19)indiaanse (11)indiaanst (12)indicatie (15)indicator (16)indiceert (16)indiceren (15)indicties (16)indienden (11)indiening (12)indijking (17)indijkten (16)indirecte (16)indolente (13)indologen (14)indologie (14)indommelt (17)indompelt (17)indoopten (13)indosseer (13)indraaide (12)indraaien (11)indrijven (17)indringen (13)indringer (14)indrinken (13)indroegen (13)indroevig (16)indroging (15)indrongen (13)indronken (13)indroogde (14)indroppel (17)indruisen (15)indruiste (16)indrukken (18)indrukten (17)indruppel (20)induceert (19)induceren (18)inductief (21)inducties (19)induffelt (22)indulgent (18)industrie (16)ineenliep (13)ineenloop (13)infantiel (15)infarcten (18)infecteer (18)infecties (18)inferieur (17)infernaal (15)inferno's (13)infertiel (16)infiniete (13)inflaties (16)inflatoir (16)influenza (20)infobrief (18)informant (16)informeel (17)informeer (16)informele (17)infrarode (15)infrarood (15)infrasoon (14)ingeademd (15)ingebedde (15)ingebeeld (16)ingebeten (14)ingebijte (17)ingeblikt (18)ingeboekt (16)ingeboete (14)ingebogen (15)ingeboren (14)ingebouwd (21)ingebrand (15)ingebreid (15)ingedaagd (15)ingedaald (15)ingedacht (20)ingedamde (15)ingedampt (17)ingedeeld (15)ingedekte (15)ingedeukt (18)ingediend (13)ingedijkt (18)ingedikte (15)ingedoken (14)ingedoopt (15)ingedrukt (19)ingedutte (17)ingeduwde (20)ingeganen (13)ingegeven (16)ingegooid (14)ingegoten (14)ingegrift (18)ingehaakt (17)ingehaald (17)ingehakte (17)ingeheide (15)ingehuurd (22)ingejaagd (17)ingekalfd (19)ingekeept (16)ingekeerd (15)ingekeken (15)ingekerfd (18)ingeklapt (18)ingeklede (16)ingekleed (16)ingeklemd (18)ingeklopt (18)ingeknipt (16)ingekocht (21)ingekomen (15)ingekookt (16)ingekopte (16)ingekorfd (18)ingekorte (15)ingekrast (16)ingekuild (19)ingekuipt (19)ingeladen (14)ingelapte (16)ingelaste (15)ingelaten (14)ingeleefd (17)ingeleend (14)ingelegde (16)ingeleide (14)ingelezen (16)ingelicht (21)ingelijfd (20)ingelijmd (19)ingelijst (18)ingelopen (15)ingeloste (15)ingeluide (17)ingeluisd (18)ingemaakt (16)ingemengd (16)ingemeten (14)ingemetst (16)ingemijnd (17)ingenaaid (12)ingenieur (15)ingenieus (15)ingenomen (13)ingeoogst (15)ingepakte (16)ingepalmd (18)ingepaste (15)ingepekte (16)ingepende (14)ingeperkt (17)ingeperst (16)ingepikte (16)ingeplakt (18)ingepland (16)ingeplant (16)ingeplugd (21)ingepompt (18)ingepraat (15)ingeprate (15)ingeprent (15)ingeprikt (17)ingepropt (17)ingereden (13)ingeregen (14)ingericht (20)ingeroest (14)ingerolde (15)ingeruild (18)ingeruimd (18)ingerukte (18)ingeschat (20)ingeseind (13)ingeslikt (17)ingeslokt (17)ingesopte (15)ingespeld (17)ingestaan (13)ingestane (13)ingestapt (16)ingesteld (16)ingestemd (16)ingestopt (16)ingestort (15)ingestuwd (21)ingesufte (19)ingeteerd (14)ingetikte (15)ingetogen (14)ingetoomd (15)ingetrapt (16)ingetuind (16)ingetypte (22)ingevaren (15)ingevette (16)ingevocht (22)ingevoegd (17)ingevoeld (17)ingevoerd (16)ingevolgd (19)ingevolge (18)ingevulde (20)ingewaaid (16)ingewacht (23)ingeweekt (18)ingeweken (17)ingewerkt (19)ingeweven (18)ingewijde (19)ingewipte (18)ingewogen (17)ingewoond (16)ingezaagd (17)ingezaaid (15)ingezakte (17)ingezeept (17)ingezeild (17)ingezeten (15)ingezette (16)ingezogen (16)ingezoomd (17)ingezulte (20)ingeërfde (16)inglijden (17)ingooiden (12)ingriffen (18)ingrijpen (17)ingroeide (13)ingroeien (12)ingroeven (15)inhaakten (15)inhaaldag (17)inhaalden (15)inhalatie (15)inhaleert (16)inhaleren (15)inhaliger (17)inhaligst (18)inherente (14)inhibitie (15)inhielpen (16)inhieuwen (19)inhoudend (17)inhouding (18)inhuldigt (21)inhumaner (18)inhuurden (20)initialen (12)initiatie (11)initiator (12)initieert (12)initiëren (11)injaagden (15)injecteer (18)injecties (18)injectors (19)inkalfden (17)inkankert (15)inkarnaat (13)inkeepten (14)inkeerden (13)inkeldert (16)inkerfden (16)inkerving (17)inklaarde (15)inklappen (17)inklapten (16)inklaring (16)inkleding (16)inkleedde (15)inklemden (16)inklemmen (17)inkleurde (18)inkleuren (17)inklimmen (17)inklinken (15)inklommen (17)inklonken (15)inkloppen (17)inklopten (16)inkomende (14)inkomsten (15)inkookten (14)inkoopsom (16)inkorfden (16)inkorting (15)inkortten (14)inkorving (17)inkostten (14)inkrimpen (16)inkrompen (16)inkruipen (17)inktgummi (21)inktkoker (17)inkuilden (17)inkuipten (17)inlaadden (13)inlanders (14)inlandsen (13)inlassing (15)inleefden (15)inlegblad (18)inlegerde (15)inlegeren (14)inleggeld (18)inleggers (17)inlegwerk (20)inlegzool (18)inleidden (13)inleidend (13)inleiders (14)inleiding (14)inlelijke (18)inlepelen (15)inleverde (16)inleveren (15)inlichten (19)inlichtte (20)inliggend (16)inlijfden (18)inlijsten (16)inlijstte (17)inlijving (19)inlossing (15)inluidden (16)inluisden (16)inmaakbus (19)inmaakpot (16)inmaakten (14)inmengden (14)inmenging (15)inmetselt (16)inmetsten (14)inmiddels (16)inmijnden (15)inmijning (16)innaaiden (10)innemende (12)innerlijk (17)innigheid (15)innovatie (13)innoveert (14)innoveren (13)inoogstte (14)inpakkers (17)inpakster (16)inpalmden (16)inpasbaar (15)inpasbare (15)inpassing (15)inpekelde (16)inpekelen (15)inpeperde (15)inpeperen (14)inperking (16)inperkten (15)inpersten (14)inplakken (17)inplakten (16)inplannen (13)inplanten (14)inplantte (15)inploegde (16)inploegen (15)inplooide (14)inplooien (13)inpoldert (16)inpompten (16)inpraatte (14)inprenten (13)inprentte (14)inprikken (16)inprikten (15)inproppen (16)inpropten (15)inputfile (20)inregende (13)inregenen (12)inrekende (13)inrekenen (12)inrichten (18)inrichter (19)inrichtte (19)inroeping (14)inroesten (12)inroestte (13)inruilden (16)inruilend (16)inruiling (17)inruimden (16)inruiming (17)inschaalt (20)inschakel (21)inschalen (19)inschatte (19)inscheept (20)inschenkt (20)inschepen (19)inschepte (20)inscherpt (21)inscheurt (22)inschikte (20)inschopte (20)inschoven (20)inschreef (21)inschrift (22)inschrijf (24)inschroef (21)inschuift (24)inserties (13)insijpelt (18)insinueer (14)insisteer (13)insliepen (14)inslikken (16)inslikten (15)insloegen (14)inslokken (16)inslokten (15)inslorpen (15)inslorpte (16)insluimer (18)insluipen (17)insluiper (18)insluiten (16)insluizen (18)inslurpen (18)inslurpte (19)insmeerde (14)insmijten (16)insneeuwt (18)insnijden (14)insnuiven (16)insolente (13)insolider (14)insoliede (13)insolvent (16)inspanden (13)inspannen (12)inspectie (17)inspeelde (15)inspeldde (16)inspelden (15)inspelend (15)inspijker (18)inspinnen (12)inspireer (14)inspitten (14)insponnen (12)inspraken (15)inspreekt (16)inspreken (15)inspringt (16)inspuiten (16)instabiel (15)instampen (15)instampte (16)instantie (12)instappen (15)instapper (16)instapten (14)instelden (14)instellen (15)insteller (16)instemden (14)instemmen (15)instieten (12)instigeer (14)instijgen (16)instinken (13)instituut (19)instonken (13)instoomde (14)instootte (13)instoppen (15)instopten (14)instormde (15)instormen (14)instorten (13)instortte (14)instouwde (19)instouwen (18)instreken (14)instrijkt (18)instromen (14)instroomt (15)instrueer (16)instudeer (16)instuiven (17)instuurde (19)instuwden (19)insulaire (16)insurgent (17)inswinger (17)intandden (12)inteerden (12)integraal (15)integrale (15)integreer (14)integrist (15)intekende (13)intekenen (12)intellect (19)intendant (12)intensere (12)intensief (14)intensive (14)intenties (12)intercity (23)intercoms (18)interdict (17)interende (12)interesse (13)interface (18)interieur (15)interland (14)interlock (19)internaat (12)interneer (12)internist (13)interrupt (18)interview (18)intestaat (13)intestate (13)intiemere (13)intiemste (14)intochten (18)intoetsen (12)intoetste (13)intonatie (11)intoneert (12)intoneren (11)intoomden (13)intrappen (15)intrapten (14)intreding (14)intrekken (15)intresten (13)intrigant (14)intrigeer (14)introducé (18)introefde (15)introeven (14)introkken (15)introuwde (19)introuwen (18)introvert (16)introïtus (15)intuinden (14)intuïtief (16)intuïties (14)inundatie (14)inundeert (15)inunderen (14)invaarten (14)invaliden (15)invallend (17)invallers (18)invalpool (18)invalster (17)invalsweg (21)invariant (14)invechten (20)invectief (20)inventief (16)inventies (14)inversies (15)inverteer (15)investeer (15)invitatie (14)inviteert (15)inviteren (14)invliegen (16)invlieger (17)invloeden (15)invloeide (15)invloeien (14)invocatie (17)invochten (20)invochtte (21)invoegden (15)invoegend (15)invoeging (16)invoegsel (17)invoerden (14)invoerder (15)invoering (15)involgden (17)involveer (18)invordert (16)invouwden (20)invriezen (16)invulling (21)inwaaiden (14)inwaartse (16)inwachten (21)inwachtte (22)inwaterde (16)inwateren (15)inweefden (17)inwendige (16)inwerking (18)inwerkten (17)inwierpen (16)inwijdden (18)inwijding (19)inwijking (20)inwikkelt (20)inwilligt (20)inwinning (15)inwisselt (18)inwonende (14)inwoonden (14)inwortelt (18)inwrijven (20)inzaagden (15)inzaaiden (13)inzakking (18)inzamelde (17)inzamelen (16)inzeepten (15)inzegende (15)inzegenen (14)inzeilden (15)inzenders (15)inzending (15)inzetbaar (16)inzetbare (16)inzetsels (17)inzetstuk (20)inzetters (16)inzetting (16)inzichten (20)inzinking (16)inzoomden (15)inzoomend (15)inzoutten (17)inzultten (19)inzwelgen (20)inzwemmen (20)inzwolgen (20)inzwommen (20)ionisatie (11)ioniseert (12)ioniseren (11)ionosfeer (14)irenische (18)iriscopie (17)ironische (18)ironiseer (12)irrigatie (14)irrigator (15)irrigeert (15)irrigeren (14)irritante (13)irritatie (13)irriteert (14)irriteren (13)islamisme (17)isochroon (18)isoglosse (16)isolaties (14)isolators (15)isoleerde (14)isolement (15)isolerend (14)isolering (15)isometrie (14)isostasie (13)israëliet (14)istmische (21)istmussen (18)italiaans (13)italianen (12)italieken (14)iteratief (15)iteraties (13)izabellen (18)