V 9-woorden met V (2290)

Door op het woord te klikken, kun je zien welke andere woorden uit deze letters kunnen worden gemaakt

va-banque (25)vaagheden (18)vaalblauw (25)vaalbleek (20)vaalbleke (20)vaalbonte (17)vaalbruin (20)vaalgroen (17)vaandrigs (17)vaarbomen (17)vaardigde (17)vaardigen (16)vaardiger (17)vaardigst (18)vaarklaar (18)vaarklare (18)vaarlicht (23)vaarroute (18)vaarskalf (21)vaartdijk (20)vaartgeld (19)vaarwater (19)vaarwegen (19)vaatkramp (20)vaatkwast (21)vaatrijke (19)vaatsheid (18)vaatvlies (19)vacaturen (21)vacatures (22)vaccineer (21)vaceerden (18)vademecum (24)vademhout (22)vadempjes (21)vader-abt (16)vaderhand (18)vaderhart (19)vaderhuis (21)vaderland (17)vaderlief (19)vaderlijk (21)vaderloos (17)vaderloze (19)vadersgek (19)vaderstad (17)vadertjes (19)vaderzorg (20)vadsigere (17)vadsigste (18)vaginisme (17)vakanties (16)vakbladen (19)vakboeken (18)vakbonden (17)vakdocent (20)vakeriger (18)vakerigst (19)vakgebied (19)vakgenoot (17)vakgenote (17)vakhandel (20)vakidioot (16)vakjargon (20)vakkennis (17)vakkundig (22)vakleraar (18)vaklieden (17)vaklokaal (20)vakmannen (16)vakmensen (17)vakorgaan (17)vakschool (24)vakstudie (20)vaktermen (18)vakwerken (21)valappels (21)valbijlen (21)valdeuren (19)valenties (16)valeriaan (15)valhekken (21)valhelmen (21)valhoeden (18)valhoeken (19)valhoogte (20)validatie (16)valideert (17)valideren (16)valkenier (17)valkenkap (20)valkenoog (18)valkuilen (21)valleitje (20)valletjes (21)vallingen (18)valluiken (21)valnesten (16)valnetten (16)valpartij (21)valsaards (18)valscherm (25)valscheur (26)valselijk (22)valsloten (18)valtijden (19)valuaties (19)valuteert (20)valuteren (19)valwetten (20)valwinden (19)vanachter (21)vanbinnen (14)vanbuiten (18)vaneenruk (18)vaneenval (17)vangarmen (17)vangdraad (17)vangertje (19)vanghaken (19)vangijzer (21)vangsnoer (16)vangwater (20)vanilline (16)vanmiddag (18)vanmorgen (17)vapeurtje (22)varenslui (19)varensman (16)varentjes (18)variabele (17)varianten (14)variantie (14)variaties (15)varieerde (15)variërend (15)variëteit (15)varkentje (19)varretjes (19)vasculair (23)vasotomie (16)vastbakte (19)vastbindt (18)vastbleef (21)vastblijf (24)vastdraai (16)vastdrukt (22)vasteland (17)vastelijk (21)vastendag (17)vastenwet (19)vastgespt (20)vastgezet (20)vastgreep (19)vastgrijp (22)vastgroei (17)vasthecht (25)vasthield (20)vasthoudt (22)vastklamp (22)vastklemt (21)vastknoop (18)vastlagen (18)vastlegde (19)vastloopt (19)vastlopen (18)vastmaakt (19)vastmaken (18)vastmeert (18)vastmeren (17)vastnaait (15)vastnagel (18)vastnamen (16)vastneemt (17)vastnemen (16)vastpakte (19)vastplakt (21)vastpraat (18)vastprikt (20)vastrecht (23)vastreden (16)vastrijdt (20)vastroest (17)vastsjort (20)vastspeld (20)vaststaan (16)vaststaat (17)vaststelt (19)vaststond (17)vastvries (19)vastvroor (19)vastvroos (19)vastwerkt (22)vastzette (19)vatbaarst (18)vaticaans (18)vechterij (24)vechthaan (23)vechtlust (27)vedelaars (17)vedeltjes (20)vederloos (17)vederloze (19)veeartsen (15)veebeslag (19)veeboeren (15)veefokker (20)veegsters (18)veegvaste (19)veegwagen (20)veehandel (18)veehoeder (17)veehouder (20)veekoeken (16)veekopers (18)veelarmen (17)veelarmig (19)veeljarig (20)veelledig (19)veelszins (19)veeltalig (19)veeltijds (20)veelvraat (19)veelweter (20)veembazen (19)veemcelen (20)veenbazen (17)veenbrand (16)veenderij (17)veengrond (16)veenmarkt (18)veerboten (16)veerlonen (15)veerploeg (19)veerschip (23)veertiger (17)veerwegen (19)veestapel (18)veevoeder (17)veewagens (19)veeweider (18)veeziekte (18)veganisme (17)vegertjes (20)vegetatie (16)vegeteert (17)vegeteren (16)veildagen (17)veiligere (17)veiligers (18)veiligste (18)veilingen (16)veinzaard (17)veinzeres (17)veinzerij (19)veitsdans (16)veldbedje (21)veldbloem (21)veldbonen (17)velddriel (19)veldfluit (24)veldgewas (22)veldhazen (21)veldheren (19)veldhoven (21)veldlopen (19)veldnamen (17)veldovens (19)veldslede (19)veldspaat (19)veldteams (19)veldteken (18)veldtenue (19)veldtocht (24)velduilen (20)veldwacht (27)veldwegen (21)velletjes (21)vellingen (18)velodroom (18)velouteer (19)vendelden (16)vendeltje (19)venduhuis (23)venduties (18)veneratie (14)venerisch (21)venhuizen (21)venijnige (17)vennetjes (17)ventielen (15)ventileer (16)ventjagen (18)ventjager (19)ventrikel (18)ventsters (17)venusberg (21)venushaar (20)verachten (21)verachter (22)verachtte (22)verademde (17)verademen (16)verafgode (19)verafgood (19)veranderd (16)verandert (16)verankerd (17)verankert (17)verarmden (17)verarming (18)verarmoed (17)verassing (17)verbaasde (17)verbabbel (21)verbakken (19)verbakten (18)verbanden (16)verbannen (15)verbaster (18)verbazend (19)verbazing (20)verbedden (17)verbeelde (18)verbeeldt (19)verbeende (16)verbeeste (17)verbeidde (17)verbeiden (16)verbeider (17)verbening (17)verbergen (18)verbeterd (18)verbetert (18)verbeurde (20)verbeuren (19)verbeurte (20)verbeuzel (23)verbidden (17)verbieden (16)verbijten (19)verbinden (16)verbitter (18)verbleekt (20)verbleken (19)verbleven (20)verblijde (21)verblijdt (22)verblijft (24)verblikte (20)verblinde (18)verblindt (19)verbloede (18)verbloedt (19)verbloemd (20)verbloemt (20)verbloosd (19)verbloost (19)verblozen (20)verblufte (24)verbodemd (19)verbodemt (19)verboemel (19)verboerde (17)verboeren (16)verboerst (18)verboeten (16)verboette (17)verbolgen (19)verbonden (16)verborgen (18)verbouwde (23)verbouwen (22)verbraken (18)verbrande (17)verbrandt (18)verbraste (18)verbreden (17)verbreedt (18)verbreekt (19)verbreide (17)verbreidt (18)verbreken (18)verbrodde (18)verbroden (17)verbroeid (17)verbroeit (17)verbroken (18)verbruide (20)verbruien (19)verbruikt (22)verbuigen (20)verchroom (23)vercijfer (24)verdaagde (17)verdachte (22)verdachts (23)verdaging (18)verdampen (18)verdamper (19)verdampte (19)verdapper (19)verdedigd (18)verdedigt (18)verdeelde (17)verdekken (18)verdelgde (19)verdelgen (18)verdeling (18)verdenken (16)verderven (18)verderver (19)verdichte (22)verdiende (15)verdienen (14)verdiepen (16)verdiepte (17)verdietst (17)verdijden (18)verdikken (18)verdikkie (18)verdikten (17)verdobbel (20)verdoeken (16)verdoekte (17)verdoemde (17)verdoemen (16)verdoezel (19)verdoffen (20)verdoften (18)verdokter (18)verdoling (18)verdomden (17)verdomder (18)verdomdst (19)verdommen (18)verdonker (17)verdoofde (18)verdoolde (17)verdoopte (17)verdorden (16)verdorder (17)verdordst (18)verdorren (16)verdorven (18)verdoving (19)verdraagt (18)verdraaid (16)verdraait (16)verdragen (17)verdreven (18)verdrijft (22)verdringt (18)verdrinkt (18)verdrogen (17)verdromen (17)verdroogd (18)verdroogt (18)verdroomd (18)verdroomt (18)verdroten (16)verdrukte (21)verdubbel (23)verduffen (23)verduften (21)verduiken (19)verduitst (20)verduldig (22)verdunden (18)verdunnen (17)verdutten (19)verduurde (22)verduveld (23)verduwden (22)verdwaald (21)verdwaalt (21)verdwaasd (20)verdwaast (20)verdwalen (20)verdwazen (21)verdwenen (18)verdwijnt (22)veredelde (17)veredelen (16)vereelten (16)vereeltte (17)vereenden (14)vereerden (15)vereerder (16)vereeuwig (22)vereffend (20)vereffent (20)vereisten (15)verengden (16)verengels (18)verenging (17)verenigde (16)verenigen (15)verenkeld (18)verenkelt (18)vererfden (18)verergerd (18)verergert (18)vererving (19)veresterd (17)verestert (17)veretterd (17)verettert (17)verevende (17)verevenen (16)verfaarde (18)verfbaden (19)verfbeurt (23)verfdozen (20)verfijnde (20)verfijnen (19)verfilmde (21)verfilmen (20)verfkwast (24)verflagen (20)verflauwd (26)verflauwt (26)verflenst (20)verfmolen (20)verfoeide (17)verfoeien (16)verfommel (22)verfplant (21)verfraaid (18)verfraait (18)verfranst (19)verfriste (19)verfsoort (19)verfspuit (23)verftuben (22)verftubes (23)verfuifde (23)verfuiven (22)verfwaren (21)vergaande (16)vergaapte (18)vergaarde (17)vergaderd (18)vergadert (18)vergalden (18)vergallen (19)vergaring (18)vergarste (18)vergassen (17)vergasser (18)vergasten (17)vergastte (18)vergeefse (19)vergeelde (18)vergeetal (18)vergelden (18)vergelder (19)vergeleek (19)vergelijk (22)vergenoeg (17)vergeving (20)vergewist (21)vergezeld (21)vergezelt (21)vergieten (16)vergiften (19)vergiftig (21)vergingen (17)vergissen (17)vergisten (17)verglaasd (19)verglaast (19)verglazen (20)vergleden (18)verglijdt (22)vergoedde (17)vergoeden (16)vergokken (19)vergokten (18)vergolden (18)vergoodde (17)vergooide (16)vergooien (15)vergraaft (20)vergramde (19)vergraven (19)vergrepen (18)vergrijpt (22)vergrijsd (21)vergrijst (21)vergroeid (17)vergroeit (17)vergroofd (20)vergrooft (20)vergroten (17)vergroven (19)vergruisd (21)vergruist (21)verguisde (20)verguizen (21)verguldde (22)vergulden (21)vergulder (22)vergunden (19)vergunnen (18)verhaalde (19)verhaarde (18)verhaaste (18)verhageld (21)verhagelt (21)verhakkel (22)verhakken (20)verhakten (19)verhalers (20)verhandel (19)verhangen (18)verhardde (19)verharden (18)verharder (19)verhardst (20)verhaspel (21)verheelde (19)verheffen (22)verheiden (17)verhelder (20)verhelers (20)verhelpen (20)verheugde (22)verheugen (21)verhevene (19)verhevigd (22)verhevigt (22)verhieven (19)verhinder (18)verhingen (18)verhippen (20)verhipten (19)verhitten (18)verhitter (19)verhoedde (18)verhoeden (17)verhoerde (18)verhoeren (17)verhogend (19)verhoging (20)verholpen (20)verhonger (19)verhoogde (19)verhoopte (19)verhoorde (18)verhoring (19)verhouden (20)verhouten (20)verhoutte (21)verhuisde (21)verhuizen (22)verhuizer (23)verhulden (22)verhullen (23)verhuring (22)verhuurde (24)verifieer (17)verijdeld (20)verijdelt (20)verijsden (18)verinnigd (16)verinnigt (16)verjaagde (19)verjaarde (18)verjaging (20)verjaring (19)verjoegen (18)verjongde (19)verjongen (18)verkalken (19)verkalkte (20)verkanker (18)verkappen (19)verkapten (18)verkassen (17)verkasten (17)verkaveld (21)verkavelt (21)verkeerde (17)verkeerds (18)verkenden (16)verkennen (15)verkenner (16)verkerend (17)verkering (18)verkerven (19)verketter (18)verkeurde (20)verkeuren (19)verkielde (18)verkielen (17)verkiezen (18)verkijken (20)verkilden (18)verkillen (19)verkindst (18)verklaard (19)verklaart (19)verkladde (19)verklankt (20)verklapte (20)verklaren (18)verkleden (18)verkleedt (19)verkleefd (21)verkleind (18)verkleint (18)verkleumd (23)verkleumt (23)verkleurd (22)verkleurt (22)verklikte (20)verkloekt (20)verknecht (23)verknepen (17)verkniesd (17)verkniest (17)verknijpt (21)verknipte (18)verknocht (23)verknoeid (16)verknoeit (16)verknolde (18)verknoopt (18)verknopen (17)verkochte (23)verkoelde (18)verkoelen (17)verkoling (19)verkommer (20)verkondde (17)verkonden (16)verkonder (17)verkondig (18)verkonkel (19)verkookte (18)verkoolde (18)verkoperd (19)verkopers (19)verkopert (19)verkoping (19)verkorten (17)verkortte (18)verkorven (19)verkouden (19)verkracht (24)verkrampt (21)verkregen (18)verkreukt (22)verkrijgt (22)verkrimpt (21)verkromde (19)verkropte (19)verkruide (20)verkruien (19)verkuilde (21)verkuilen (20)verkwijnd (23)verkwijnt (23)verkwikte (22)verkwiste (21)verlaadde (17)verlaagde (18)verlaatte (17)verlading (18)verlagend (18)verlaging (19)verlakken (19)verlakker (20)verlaksel (20)verlakten (18)verlamden (18)verlammen (19)verlangde (18)verlangen (17)verlappen (19)verlapten (18)verlating (18)verleende (16)verleerde (17)verlegden (18)verleggen (19)verleidde (17)verleiden (16)verleider (17)verlekker (20)verlelijk (22)verleners (17)verlengde (18)verlengen (17)verlening (17)verleppen (19)verlepten (18)verletdag (19)verletsel (19)verletten (17)verleuter (20)verlichte (23)verliefde (19)verliepen (17)verlieten (16)verlieven (18)verliezen (18)verliezer (19)verliggen (19)verlijden (19)verlijmde (21)verlinken (17)verlofdag (21)verlofpas (21)verlokken (19)verlokker (20)verlokten (18)verloodde (17)verloofde (19)verlootte (17)verlopend (18)verlorene (16)verlossen (17)verlosser (18)verlosten (17)verloting (18)verloving (20)verluchte (26)verluidde (20)verluiden (19)verluierd (20)verluiert (20)verlustig (22)vermaakte (18)vermaalde (18)vermaande (16)vermaarde (17)vermagerd (19)vermagert (19)vermaking (19)vermanden (16)vermanend (16)vermaners (17)vermangel (19)vermaning (17)vermannen (15)vermeende (16)vermeiden (16)vermeldde (19)vermelden (18)vermemeld (20)vermemelt (20)vermengde (18)vermengen (17)vermetele (18)vermijden (19)verminder (17)verminken (17)verminkte (18)vermissen (17)vermisten (17)vermochte (23)vermoedde (17)vermoeden (16)vermoeide (16)vermoeien (15)vermoffel (23)vermoffen (21)vermogend (18)vermogens (18)vermolmde (20)vermolmen (19)vermomden (18)vermommen (19)vermooide (16)vermooien (15)vermoorde (17)vermoordt (18)vermorsen (17)vermorste (18)vermorzel (21)vermouten (19)vermoutte (20)vermuffen (24)vermuften (22)vermurwde (24)vermurwen (23)vernaaide (14)vernaaien (13)vernachte (21)vernageld (18)vernagelt (18)vernauwde (21)vernauwen (20)vernederd (16)vernedert (16)vernestel (17)verneuken (18)verneukte (19)verneveld (19)vernevelt (19)vernielal (17)vernielde (16)vernielen (15)vernietig (16)vernieuwd (21)vernieuwt (21)vernikkel (19)vernissen (15)vernisten (15)vernoemde (16)vernoemen (15)vernuften (20)vernuftig (22)verorberd (18)verorbert (18)verordend (16)verordent (16)verouderd (19)veroudert (19)veroverde (18)veroveren (17)verpachte (23)verpakken (19)verpakten (18)verpandde (17)verpanden (16)verpatsen (17)verpatste (18)verpauper (21)verpekeld (20)verpekelt (20)verpesten (17)verpestte (18)verpieter (17)verplaats (19)verplante (18)verpleegd (20)verpleegt (20)verplegen (19)verpleger (20)verplette (19)verplicht (25)verplooid (18)verplooit (18)verpompen (19)verpoosde (17)verpootte (17)verpoppen (19)verpopten (18)verpoting (18)verpotten (17)verpozing (20)verpraten (17)verprutst (22)verpulver (24)verraadde (16)verraders (17)verrafeld (20)verrafelt (20)verramsjt (21)verrassen (16)verrasten (16)verregend (17)verregent (17)verreiken (16)verreikte (17)verreisde (16)verreizen (17)verrekend (17)verrekent (17)verrekken (18)verrekten (17)verrekter (18)verrektst (19)verreltje (20)verrichte (22)verrieden (15)verrijden (18)verrijken (19)verrijkte (20)verrijzen (20)verrimpel (20)verroerde (16)verroeren (15)verroeste (16)verrolden (17)verrollen (18)verronsel (17)verrookte (17)verroomst (18)verrotten (16)verruilde (20)verruilen (19)verruimde (20)verruimen (19)verrukken (21)verrukten (20)versaagde (17)versassen (16)versasten (16)verschaal (23)verschaft (25)verschalk (25)verschans (22)verscheel (23)verscheen (21)verscheep (23)verscheid (22)verschenk (23)verscherf (25)verscherp (24)verscheur (25)verschiet (22)verschijn (24)verschikt (24)verschild (24)verschilt (24)verschonk (23)verschoof (24)verschool (23)verschoon (21)verschoot (22)verschopt (24)verschrik (24)verschrok (24)verschudt (26)verschuif (27)verschuil (26)versierde (16)versieren (15)versimpel (20)versjouwd (25)versjouwt (25)verskunst (21)verslaafd (20)verslaaft (20)verslaapt (19)verslagen (18)verslagje (21)verslapen (18)verslapte (19)verslaven (19)verslecht (24)versleept (19)verslenst (18)verslepen (18)versleten (17)versleurd (21)versleurt (21)verslibde (19)verslijkt (22)verslijmd (22)verslijmt (22)verslikte (19)verslindt (18)verslofte (20)verslonsd (18)verslonst (18)versluier (20)versluisd (21)versluist (21)versmaadt (18)versmacht (24)versmaden (17)versmalde (19)versmaten (17)versmeden (17)versmeedt (18)versmeten (17)versmoord (18)versmoort (18)versmoren (17)versneden (15)versnelde (17)versnijdt (19)versnoept (17)versoberd (18)versobert (18)versoepel (18)versomber (19)verspaand (17)verspande (17)verspanen (16)verspeeld (19)verspeelt (19)verspeend (17)verspeent (17)verspelde (19)verspeldt (20)verspelen (18)verspenen (16)versperde (18)verspiede (17)verspiedt (18)verspilde (19)verspreek (19)verspreid (18)verspring (19)versprong (19)versregel (19)verssnede (16)verstaald (18)verstaalt (18)verstaken (17)verstalde (18)verstalen (17)verstande (16)verstanen (15)verstarde (17)versteeds (17)versteekt (18)versteend (16)versteent (16)versteken (17)verstelde (18)verstenen (15)versterft (20)versterkt (19)verstevig (20)verstierf (19)verstijfd (22)verstijft (22)verstikte (18)verstilde (18)verstoeld (18)verstoelt (18)verstoken (17)verstokte (18)verstolen (17)verstomde (18)verstompt (20)verstookt (18)verstoord (17)verstoort (17)verstopte (18)verstoren (16)verstoten (16)verstoute (19)verstouwd (23)verstouwt (23)verstoven (18)verstraft (20)verstrakt (19)verstramd (19)verstramt (19)verstreek (18)verstrekt (19)verstrijk (21)verstrikt (19)verstrooi (16)verstuift (22)verstuikt (21)versturen (19)verstuurd (23)verstuurt (23)verstuwde (23)verstuwen (22)versuffen (23)versuften (21)versufter (22)versuftst (23)versuiker (20)versukkel (23)vertaalde (17)vertakeld (19)vertakelt (19)vertakken (18)vertakten (17)vertalend (17)vertalers (18)vertaling (18)vertanden (15)vertappen (18)vertapten (17)vertassen (16)vertasten (16)vertederd (17)vertedert (17)verteerde (16)vertekend (17)vertekent (17)vertelden (17)vertellen (18)verteller (19)vertelsel (19)verterend (16)vertering (17)verteuten (18)verteutte (19)verticaal (20)verticale (20)vertiendt (16)vertikken (18)vertikten (17)vertilden (17)vertillen (18)vertimmer (19)vertinden (15)vertinnen (14)vertinsel (17)vertoefde (18)vertoeven (17)vertolken (18)vertolker (19)vertolkte (19)vertonden (15)vertoners (16)vertoning (16)vertonnen (14)vertoonde (15)vertoornd (16)vertoornt (16)vertraagd (18)vertraagt (18)vertraden (16)vertragen (17)vertrapte (18)vertreden (16)vertreedt (17)vertroost (17)vertrouwd (23)vertrouwt (23)vertuiden (18)vertuiing (19)vervaagde (19)vervaarde (18)vervagend (19)vervaging (20)vervaldag (21)vervallen (20)vervalsen (19)vervalser (20)vervalste (20)vervangen (18)vervanger (19)vervatten (18)verveelde (19)verveende (17)vervelden (19)vervelend (19)vervelens (19)verveling (20)vervellen (20)verveloos (19)verveloze (21)verveners (18)vervening (18)verversen (18)ververste (19)vervetten (18)vervielen (18)vervilten (19)verviltte (20)vervingen (18)vervlaams (21)vervlakte (21)vervlecht (26)vervliegt (21)vervlocht (26)vervloeid (19)vervloeit (19)vervloekt (21)vervlogen (20)vervloten (19)vervoeder (18)vervoegde (19)vervoegen (18)vervoerde (18)vervoeren (17)vervolgde (21)vervolgen (20)vervolger (21)vervorder (19)vervormde (20)vervormen (19)vervracht (25)vervreemd (20)vervriest (19)vervroegd (20)vervroegt (20)vervroren (18)vervrozen (20)vervuilde (22)vervuiler (22)vervulden (22)vervullen (23)vervuurde (24)verwaaide (18)verwaaien (17)verwaande (18)verwachte (25)verwanten (18)verwarden (19)verwarder (20)verwardst (21)verwarmde (21)verwarmen (20)verwarren (19)verwasemd (21)verwasemt (21)verwassen (19)verwasten (19)verwaterd (20)verwatert (20)verwedden (19)verweefde (21)verweekte (20)verweerde (19)verweesde (19)verweidde (19)verweiden (18)verweking (21)verwekken (21)verwekker (22)verwekten (20)verwelfde (23)verwelken (21)verwelkom (23)verwelkte (22)verwelven (22)verwenden (18)verwender (19)verwendst (20)verwennen (17)verwensen (18)verwenste (19)verwerden (19)verwering (20)verwerken (20)verwerker (21)verwerkte (21)verwerpen (20)verwerven (21)verwiesen (18)verwijdde (22)verwijden (21)verwijder (22)verwijfde (24)verwijlde (23)verwijlen (22)verwijten (21)verwijven (23)verwijzen (23)verwikkel (23)verwikken (21)verwilder (21)verwinden (18)verwinnen (17)verwinter (19)verwissel (21)verwittig (21)verwoeder (19)verwoedst (20)verwoeien (17)verwoeste (19)verwondde (19)verwonden (18)verwonder (19)verwonnen (17)verwoonde (18)verwoorde (19)verwoordt (20)verworden (19)verworpen (20)verworven (21)verwrikte (21)verwringt (21)verwurgde (24)verwurgen (23)verzaadde (18)verzaagde (19)verzaakte (19)verzachte (24)verzadigd (20)verzadigt (20)verzaking (20)verzakken (20)verzakten (19)verzameld (21)verzamelt (21)verzandde (18)verzanden (17)verzeepte (19)verzegden (19)verzegeld (21)verzegelt (21)verzeggen (20)verzeilde (19)verzeilen (18)verzekerd (20)verzekert (20)verzenden (17)verzender (18)verzengde (19)verzengen (18)verzeping (20)verzetjes (21)verzetten (18)verziedde (18)verzieden (17)verzieken (18)verziekte (19)verziende (17)verzilver (22)verzinken (18)verzinkte (19)verzinnen (16)verzinsel (19)verzitten (18)verzochte (24)verzoeken (18)verzoeker (19)verzoende (17)verzoenen (16)verzoener (17)verzoeten (17)verzoette (18)verzoling (20)verzonden (17)verzonken (18)verzonnen (16)verzoolde (19)verzorgde (20)verzorgen (19)verzorger (20)verzotten (18)verzouten (20)verzoutte (21)verzuchte (27)verzuilde (22)verzuimde (22)verzuimen (21)verzuipen (21)verzuring (22)verzuster (22)verzuurde (24)verzwaard (22)verzwaart (22)verzwager (23)verzwakte (23)verzwaren (21)verzweert (22)verzwegen (22)verzwelgt (25)verzweren (21)verzwierd (22)verzwiert (22)verzwijgt (26)verzwijnd (24)verzwijnt (24)verzwikte (23)verzwindt (22)verzworen (21)vestiaire (15)vestibule (21)vestigden (17)vestigend (17)vestiging (18)vestingen (16)vestinkje (19)vetachtig (23)vetbladen (18)vetbuiken (20)veteranen (14)veterband (17)vetertjes (19)vetganzen (18)vetgemest (19)vetgezwel (24)vetkussen (20)vetlokken (19)vetmesten (17)vetmestte (18)vetorecht (22)vetpotten (17)vetstaart (17)vettigere (17)vettigste (18)vetweiden (18)vetweider (19)vetzakken (20)veulentje (21)vexeerden (21)vezeliger (20)vezeligst (21)vezelstof (22)vezeltjes (22)viaducten (21)vibrafoon (18)vibraties (17)vibrators (18)vibreerde (17)vibrerend (17)vicariaat (18)vicieuzer (23)victories (19)victualie (22)videoband (16)videoclip (21)videofilm (20)videofoon (16)videotape (16)vierarmig (18)vieravond (17)vierbaans (16)vierbenig (17)vierdaags (17)vierdagen (16)vierdelig (18)vierdeurs (19)vieringen (15)vierjarig (19)vierkante (16)vierledig (18)vierloper (18)viertalig (18)viesheden (17)viespoets (17)vigeerden (16)vigerende (16)vigilante (17)vigileert (18)vigileren (17)vignetten (16)vijandige (18)vijfdaags (22)vijfdelig (23)vijfdeurs (24)vijfjarig (24)vijfledig (23)vijftiger (22)vijgenmat (20)vijvertje (23)vijvervis (23)vijzelden (21)vijzeltje (24)vilhouten (21)villaatje (20)villapark (21)villawijk (25)vilmessen (18)viltigere (18)viltigste (19)viltstift (21)vimmetjes (21)vindelige (17)vindiceer (18)vindingen (15)vindsters (17)vingerden (16)vingerdik (18)vingerkom (19)vingerlid (18)vingertje (19)vingertop (18)vinkennet (15)vinnervig (18)vinnetjes (17)vinnigere (15)vinnigste (16)vinpotige (17)vinvissen (17)violenbed (17)violenter (16)violentst (17)violetter (17)violieren (15)violisten (16)violoncel (20)vioolhars (19)vioolkast (18)vioolkist (18)vioolspel (19)viooltjes (19)virginaal (17)virielere (16)virielste (17)virologie (17)virtuozen (20)virulente (19)vis-à-vis (14)visachtig (23)visafslag (21)visangels (18)visbanken (17)visbennen (15)visblazen (20)visboeren (16)visceraal (20)visdieven (17)visduivel (22)viseerden (15)viseerder (16)visgraten (17)vishaakje (21)vishallen (20)vishoeken (18)visioenen (13)visionair (14)visitatie (15)visitator (16)visiteert (16)visiteren (15)visiteurs (19)visiteuse (18)viskarren (17)viskeuzer (22)viskopers (19)vislepels (20)vislijnen (18)vismessen (17)vismijnen (18)visnetten (15)visofonen (16)visofoons (17)visotters (17)vispastei (17)visplaats (19)visplaten (18)visrijker (20)visrijkst (21)vissenkop (18)vissenoog (16)vissertje (19)vissigere (17)vissigste (18)visspanen (16)vistuigen (19)visvangst (20)visventer (18)visvijver (23)viswaters (20)viswijven (23)viswinkel (21)vitachtig (23)vitalisme (18)vitaminen (15)vitamines (16)vitterige (17)vitusdans (19)vivariums (22)vlaggetje (22)vlakhamer (22)vlakkerig (21)vlakkiger (21)vlakkigst (22)vlambloem (22)vlamingen (18)vlamismen (19)vlamkolen (20)vlammende (19)vlammerig (21)vlammetje (22)vlammiger (21)vlammigst (22)vlamovens (20)vlasaards (18)vlasakker (20)vlasbaard (19)vlasbloem (21)vlasblond (20)vlasbraak (20)vlasdraad (18)vlasharen (19)vlashekel (22)vlasketen (18)vlassiger (19)vlassigst (20)vlasteelt (19)vlechting (24)vlechtjes (26)vlechtsel (25)vleermuis (21)vleesbank (19)vleesblok (21)vleesboom (19)vleesbord (19)vleeseter (17)vleeshaak (20)vleeskers (19)vleeskost (19)vleesloos (18)vleesloze (20)vleesvork (21)vleeswaar (20)vleeswond (20)vlegeltje (22)vleiender (16)vleiendst (17)vleiertje (19)vleinamen (16)vleisters (18)vleiwoord (20)vlekkerig (21)vlekkiger (21)vlekkigst (22)vlektyfus (31)vleselijk (22)vleugelen (21)vleugelig (23)vlezigere (20)vlezigste (21)vlieboten (17)vliedende (16)vliegbaan (18)vliegboot (19)vliegende (17)vliegenei (16)vliegeren (17)vliegerij (20)vlieghuid (23)vliegpost (20)vliegramp (21)vliegreis (18)vliegster (19)vliegtuig (22)vlieguren (20)vliegveld (22)vliegweer (21)vliegwerk (23)vliegwiel (22)vliempjes (22)vlierboom (19)vlierhout (22)vlierthee (19)vliertjes (20)vlieziger (20)vliezigst (21)vlijlagen (21)vlijmende (20)vlijmpjes (25)vlijtiger (21)vlijtigst (22)vloeddeur (20)vloedgolf (22)vloedlijn (20)vloeibaar (17)vloeibare (17)vloeiblad (19)vloeiblok (20)vloeiboek (18)vloeiende (15)vloeimest (18)vloeistof (19)vloeitjes (19)vloekende (17)vloerbalk (21)vloerlamp (21)vloertjes (20)vloerveld (21)vloerzand (19)vloerzeil (20)vlokkiger (21)vlokkigst (22)vlooitjes (19)vloszijde (22)vlotgaand (18)vlottende (17)vluchtige (27)vluchtten (26)vluchtweg (31)vocalises (20)vochtiger (23)vochtigst (24)vochtmaat (23)vochtplek (26)vochtvrij (27)voddenbak (18)voddenman (16)voddewerk (21)voddigere (17)voddigste (18)voederbak (18)voederden (15)voedingen (15)voedsters (17)voedstert (17)voedzamer (19)voegijzer (21)voegingen (16)voegwoord (20)voegzamer (20)voeldraad (17)voelhoorn (18)voelhoren (18)voeringen (15)voerinkje (18)voertalen (16)voetangel (17)voetbaden (16)voetbalde (18)voetbogen (17)voetbreed (17)voeteerde (15)voeteling (17)voetenzak (18)voeteuvel (21)voetijzer (20)voetingen (15)voetlicht (23)voetmaten (16)voetnoten (14)voetpaden (16)voetplaat (18)voetregel (18)voetspoor (17)voettekst (18)voettocht (22)voetvegen (18)voetvrije (20)voetwegen (19)voetzolen (18)vogelaars (18)vogelkers (20)vogelknip (20)vogelkooi (18)vogellijm (23)vogelnest (18)vogelroer (18)vogelslag (21)vogelspin (19)vogeltjes (21)vogeltrek (20)vogelvrij (23)vogelzaad (20)vogelzang (21)volatiele (17)volbouwde (24)volbouwen (23)volbracht (25)volbraste (19)volbrengt (20)voldoende (16)voldongen (17)voldragen (18)voleindde (16)voleinden (15)voleindig (17)volgaarne (17)volgeling (20)volgenden (17)volgepakt (21)volgertje (21)volgieten (17)volgkoets (20)volglijst (23)volgograd (20)volgooien (16)volgorden (18)volgordes (19)volgreeks (20)volgroeid (18)volgwagen (22)volgzamer (22)volhardde (20)volharden (19)volhouden (21)volkrijke (22)volksaard (19)volksboek (21)volksbond (20)volksdans (19)volksdeel (20)volksdeun (21)volksepen (19)volksepos (20)volkshart (22)volkshuis (24)volkskind (20)volksklas (22)volkslied (20)volksmond (20)volksnaam (19)volksspel (22)volksstam (21)volksstuk (24)volkstaal (20)volkstuin (21)volkszaak (22)volkszang (22)volksziel (22)volkuipen (21)volkwamen (22)volledige (19)volleerde (18)volleybal (27)volliepen (18)volmaakte (19)volmaking (20)volmolens (19)volmondig (19)volontair (16)volpompen (20)volprezen (20)volpropte (20)volraakte (18)volschenk (24)volschiet (23)volschonk (24)volschoot (23)volslagen (19)volstanen (16)volstouwt (24)volstrekt (20)voltallig (21)voltekend (18)voltigeer (18)voltmeter (19)voltooide (16)voltooien (15)voluntair (19)volvoerde (19)volvoeren (18)volwassen (20)volzalige (21)volzetten (19)volzinnen (17)volzitten (19)vomeerden (16)vondeling (17)vondeltje (19)vondertje (18)vonkelden (17)vonkeling (18)vonkvrije (21)vonnissen (14)vonnisten (14)voogdijen (18)vooraleer (16)voorarmen (16)vooravond (17)voorbarig (18)voorbeeld (18)voorbenen (15)voorbijga (20)voorbindt (17)voorbleef (20)voorblijf (23)voorboden (16)voorbodes (17)voorburen (19)voordacht (22)voordanst (16)voordeden (15)voordelen (16)voordelig (18)voordezen (17)voordient (15)voordoend (15)voordraag (17)voordring (17)voordroeg (17)voordrong (17)vooreerst (16)vooreinde (14)voorerven (17)voorgaand (16)voorgaats (17)voorgaven (18)voorgebed (18)voorgeeft (19)voorgehad (19)voorgevel (20)voorgeven (18)voorgezet (19)voorgooit (16)voorgrond (17)voorhamer (19)voorhangt (19)voorhaven (19)voorheeft (20)voorhield (19)voorhoede (17)voorhoofd (20)voorhoudt (21)voorhoven (19)voorjaren (17)voorkamer (18)voorkauwt (23)voorkeuze (21)voorkocht (23)voorkomen (17)voorkoopt (18)voorkopen (17)voorlader (17)voorlagen (17)voorlangs (18)voorlaten (16)voorlazen (18)voorleden (16)voorleest (17)voorlegde (18)voorleidt (17)voorlezen (18)voorlezer (19)voorlicht (23)voorliegt (18)voorlijke (20)voorlogen (17)voorloopt (18)voorlopen (17)voorloper (18)voorlopig (19)voormaals (18)voormalig (19)voormelde (18)voormuren (19)voornacht (21)voornamen (15)voornamer (16)voorneemt (16)voornemen (15)voornoemd (16)voorntjes (18)vooroever (17)vooronder (15)vooropzet (19)voorouder (18)voorpaard (17)voorplaat (18)voorplein (17)voorpoort (17)voorpoten (16)voorpraat (17)voorpreek (18)voorproef (19)voorraden (15)voorradig (17)voorramen (16)voorrecht (22)voorreden (15)voorredes (16)voorreken (16)voorrijdt (19)voorronde (15)voorschip (23)voorschot (22)voorslaan (16)voorslaat (17)voorsloeg (18)voorsmaak (18)voorsmeet (17)voorsmijt (20)voorsneed (15)voorsnijd (18)voorspant (17)voorspeel (18)voorspeld (19)voorspelt (19)voorspijs (20)voorspits (18)voorspoed (17)voorspook (18)voorsprak (19)voorstaan (15)voorstaat (16)voorsteek (17)voorstelt (18)voorstemt (18)voorstond (16)voorstoot (16)voortdoen (15)voortduur (22)voortduwt (23)voorteken (16)voortelde (17)voortgaan (16)voortgaat (17)voortgang (18)voortgeef (19)voortging (18)voorthelp (21)voortijds (19)voortkomt (19)voortkwam (22)voortleef (19)voortliep (18)voortloop (18)voortmaak (18)voortreed (16)voortrein (15)voortreis (16)voortrekt (18)voortrijd (19)voortrukt (21)voortstuw (23)voortteel (17)voorttrek (18)voorttrok (18)voorturnt (19)voortvaar (18)voortvoer (18)voortzegt (20)vooruitga (19)voorvader (18)voorvoegt (19)voorvoeld (19)voorvoelt (19)voorwacht (25)voorwagen (19)voorwendt (19)voorwerkt (21)voorwerpt (21)voorwierp (20)voorwoord (19)voorzagen (18)voorzalen (18)voorzaten (17)voorzegde (19)voorzeker (19)voorzette (18)voorziene (16)voorzijde (20)voorzingt (19)voorzomer (19)voorzonen (16)voorzoons (17)voorzover (20)vorderden (16)vordering (17)vorentjes (18)vorkbenen (17)vormelijk (22)vormeling (19)vormeloos (18)vormeloze (20)vormgeeft (21)vormgeven (20)vormgever (21)vormigere (18)vormigste (19)vormingen (17)vormloost (19)vormlozer (21)vormmeter (19)vormpeter (19)vorstiger (18)vorstigst (19)vorstvrij (22)vossengat (17)vossenhol (19)vossenkop (18)vossenval (19)vossenvel (19)voteerden (15)votiefmis (19)vouwbenen (21)vouwblind (24)vouwboten (22)vouwdozen (23)vouwfiets (24)vouwingen (21)vouwstoel (23)vouwtafel (25)vraagbaak (19)vraagpunt (21)vraagspel (20)vraagstuk (22)vraagziek (20)vragenbus (21)vragenuur (22)vrankheid (19)vredebond (17)vredeskus (21)vredevlag (21)vredevuur (24)vredigere (17)vredigste (18)vreedzaam (19)vreedzame (19)vreemdere (17)vreemdste (18)vreempjes (21)vreeslijk (21)vrekkiger (20)vrekkigst (21)vreselijk (21)vreugdige (21)vriendjes (18)vriesgans (17)vrieshuis (21)vrieskast (18)vrieskist (18)vriespunt (20)vriesweer (19)vrijbrief (22)vrijdagen (19)vrijdagse (20)vrijelijk (23)vrijertje (21)vrijgaven (21)vrijgeeft (22)vrijgeest (20)vrijgeven (21)vrijgevig (23)vrijgezel (23)vrijhaven (22)vrijheden (20)vrijheren (20)vrijhield (22)vrijhoudt (24)vrijkaart (20)vrijkocht (26)vrijkomen (20)vrijkoopt (21)vrijkopen (20)vrijkorps (22)vrijlaten (19)vrijloopt (21)vrijlopen (20)vrijloten (19)vrijmaakt (21)vrijmacht (26)vrijmaken (20)vrijmarkt (22)vrijpleit (21)vrijsprak (22)vrijstaan (18)vrijstaat (19)vrijstelt (21)vrijsters (20)vrijstond (19)vrijvecht (27)vrijvocht (27)vrijwaart (22)vrijwaren (21)vrijwielt (23)vroegkerk (20)vroegoude (19)vroegrijp (21)vrolijker (21)vrolijkst (22)vrolijkte (21)vromelijk (22)vroomheid (19)vroongeld (18)vroongoed (16)vroonheer (17)vroonland (16)vrouwmens (23)vrouwtjes (25)vrouwvolk (27)vrouwziek (25)vrouwzijn (26)vruchtjes (28)vuilaards (20)vuilakken (21)vuilbekte (22)vuilbomen (21)vuilemmer (22)vuilhopen (22)vuilmaakt (22)vuilmaken (21)vuistpand (20)vuistslag (22)vulgairst (22)vulkachel (28)vullingen (21)vulmiddel (23)vulpennen (19)vunzigere (21)vunzigste (22)vurenhout (23)vurigheid (22)vuriglijk (25)vuurbaken (23)vuurdoorn (21)vuurgloed (24)vuurhaard (24)vuurkeien (21)vuurkogel (25)vuurkolom (25)vuurlinie (21)vuurmaker (24)vuurmolen (23)vuurplaat (24)vuurproef (25)vuurregen (22)vuurroder (22)vuurschip (29)vuurstaal (23)vuursteen (21)vuurtoren (21)vuurvaste (24)vuurvlieg (26)vuurwapen (25)vuurwater (25)vuurzeeën (22)